Eencellige algen zoals chlorella bestaan al meer dan 2,5 miljard jaren. Ze hebben klimaatveranderingen en natuurrampen overleefd. Chlorella is een echte «overlevingskampioen» en maakt deel uit van de eerste levensvormen op aarde. Toch werd de alg pas in 1890 geïdentificeerd door de bioloog M.W. Beijerinck en in de westerse wetenschap geïntroduceerd.

Fylogenetische classificatie van chlorella

In de plantkunde duiden we met het geslacht chlorella een soort van eencellige microscopische groene zoetwateralgen uit de chlorellaceae-familie aan. Het behoort tot de klasse van de Trebouxiophyceae.

De wetenschappelijke wereld onderscheidt meer dan 100 soorten chlorella die genetisch van elkaar verschillen. Om de soorten van elkaar te onderscheiden, bestudeert men verschillende kenmerken, zoals de ultrastructuur en chemische samenstelling van de celwand, de ultrastructuur van de pyrenoïden, de fysiologie, de morfologie, de moleculaire biologie, enz. Er bestaat echter nog veel onzekerheid over de classificatie van de verschillende soorten.

De classificatie van het geslacht verloopt erg chaotisch. Tot nu toe slaagde men er niet in een volledige verwerking te realiseren waarin alle variabelen tot reproduceerbare voorwaarden werden herleid. Er kunnen dan ook weinig soorten chlorella worden geïdentificeerd op basis van originele beschrijvingen.

Een concept realiseren naar geslacht en soorten chlorellaceae toe blijft dan ook voorlopig, want in de meeste gevallen ontbreken klassieke en moleculaire benaderingen om duidelijke fylogenetische lijnen te identificeren.

Met de huidige opsporings- en analysemethoden worden de verschillende orden, families en geslachten van chlorella nauwkeuriger bepaald.

Sinds de eerste beschrijving van chlorella vulgaris door Beijerinck in 1890 werden al meer dan honderd soorten chlorella beschreven (Krienitz et al., 2004).
Traditioneel werden deze soorten volgens morfologische criteria ondergebracht bij het geslacht chlorella (Pröschold & Leliaert, 2007).
Vanaf de jaren 1970 gaat men ervan uit dat chlorella in feite een polyfyletische groep vormt: er bestaat geen exclusieve gemeenschappelijke voorouder voor alle soorten. De komst van moleculaire analysetechnieken veroorzaakt nu een ware omwenteling in de eerder vastgestelde classificatie van deze soorten. Vandaag nemen systematici hun toevlucht tot “geïntegreerde” benaderingen die rekening houden met verschillende elementen, zoals moleculaire markers, morfologie, ultrastructuur en fysiologie.
De resultaten tonen nu aan dat chlorellae in het phylum van de chlorophyta in twee klassen kunnen worden opgedeeld: de Trebouxiophyceae en de Chlorophyceae.
Binnen de Trebouxiophyceae onderscheidt men verschillende claden, waaronder de chlorella-clade en de parachlorella-clade. Het fylogenetische verschil tussen deze 2 claden werd bevestigd via structurele studies: wand en manier van autosporulatie (Yamamoto et al. 2005).

 

Wij stellen voor dat er binnen het geslacht Chlorella (Chlorophyta, Trebouxiophyceae) slechts vier soorten behouden blijven: C. vulgaris Beijerinck, C. lobophora Andreyeva, C. sorokiniana Shih. en Krauss, en C. kessleri Fott en Nováková. De gemeenschappelijke kenmerken van deze taxa zijn glucosamine als dominante component van de celwand en de aanwezigheid van een dubbele thylakoïde die de pyrenoïdematrix in twee snijdt. (Journal of Phycology – 1999)

Heel wat wetenschappelijke analyses geven aan dat niet alle chlorellae gelijk zijn en dat de wijze waarop zij worden gekweekt en omgevormd een enorm verschil kan uitmaken wat hun impact op de gezondheid betreft. Afhankelijk van het geval produceren kwekers echter stammen van chlorella vulgaris of chlorella pyrenoidosa (of sorokiniana). Iedereen gebruikt specifieke kweekmethodes en behandelingen die een impact hebben op de kwaliteit van de geproduceerde chlorella.

Chlorella vulgaris of pyrenoidosa: wat is het verschil?

Heel wat studies zijn dieper ingegaan op chlorella pyrenoidosa en hebben aangetoond dat het zich onderscheidt van chlorella vulgaris.

Chick (1903) beschreef chlorella pyrenoidosa voor het eerst en onderscheidde het van chlorella vulgaris op basis van de duidelijke aanwezigheid van een pyrenoïde in de chloroplast.

Deze onderzoeken geven aan dat chlorella pyrenoidosa krachtiger is omdat het de volgende kenmerken vertoont:

  • een hogere concentratie aan vitaminen (meer bepaald B12) en aminozuren, zoals choline
  • een hoger eiwitgehalte
  • een hogere concentratie aan groeifactor (CGF)

Vele gezondheidsspecialisten, zoals wijlen prof. Bernard Jensen en Dr. Mark Drucker, beschouwen chlorella groeifactor als het merkwaardigste element van chlorella. Deze ondersteunt immers op krachtige wijze de weefselvernieuwing en het immuunsysteem.

Chlorella pyrenoidosa of sorokiniana?

Sommigen beweren dat chlorella pyrenoidosa niet bestaat. Dit is in feite het logische gevolg van de fouten en het gebrek aan samenhang in bepaalde oudere wetenschappelijke studies.

Stammen die historisch werden toegewezen aan chlorella pyrenoidosa, werden waarschijnlijk verkeerd geïdentificeerd. De meeste van de stammen die voorheen als dusdanig werden aangeduid, werden hernoemd tot chlorella vulgaris, chlorella sorokiniana of chlorella fusca; deze laatste werd overgebracht naar het Scenedesmus-geslacht (Huss et al., 1999; Ullmann, 2006; Roshon, comm. pers.). Het herclassificeringswerk is echter niet voltooid.

In de wetenschap is men het er nu over eens dat veel van de in het verleden bestudeerde chlorella pyrenoidosa-culturen eigenlijk betrekking hebben op wat nu de chlorella sorokiniana-soort wordt genoemd.

Wat de belangrijkste chlorella-producenten betreft, kon men dankzij analyses en certificaties duidelijk aantonen welke de gecultiveerde stammen waren. Wordt dit principe toegepast, dan wordt de benaming pyrenoidosa geleidelijk aan vervangen door sorokiniana. Dit is het geval voor de door Nutriphys® geselecteerde chlorella.

De soort chlorella sorokiniana werd genoemd naar Dr. Constantine Sorokin, de persoon die haar isoleerde en gedetailleerde informatie publiceerde over deze chlorella-soort (zoals chlorella pyrenoidosa Chick, stam 7-1 1-05). De soort werd geïsoleerd op basis van een staal dat werd genomen op 10 juni 1951 op de campus van de Universiteit van Texas in Austin. Ze lijkt, omwille van haar snelle groei, nauw aan te leunen bij de sterk groeiende chlorella regularis. Maar haar vermogen om snel te groeien bij hoge temperaturen rechtvaardigt haar status als soort.

Bibliografische bronnen